“Tsjongejongejonge”, was de eerste reactie van minister Gerrit Zalm (Financiën) op het bod van 178 miljoen euro van de NS op het vervoer over de hogesnelheidslijn HSL-Zuid. “Ik vond het erg veel.”
Dat zei Zalm donderdag tegen de parlementaire enquêtecommissie over de snelle trein Fyra. De commissie wil te weten komen waarom de Fyra veel te laat ging rijden en er door grote technische mankementen al snel weer de brui aan moest geven.
De hogesnelheidstrein V250 van het Italiaanse bedrijf AnsaldoBreda, die Amsterdam en Brussel met elkaar had moeten verbinden, viel in december 2012 al na korte tijd uit wegens grootschalige technische mankementen. Daarop bliezen de NS en de Belgische vervoerder NMBS het hogesnelheidsproject af.
Het Fyra-project heeft zeker 10,8 miljard euro gekost, inclusief de aanleg van het spoor. De commissie zoekt antwoord op de vraag waarom de reiziger uiteindelijk niet heeft gekregen wat was voorgespiegeld. Het bedrag loopt nog steeds op, onder meer door verzakkingen aan het spoor.
Openbare aanbesteding
Verschillende partijen streden eind jaren negentig tijdens een openbare aanbesteding om het vervoer op de hogesnelheidslijn HSL-Zuid. De NS bood 178 miljoen euro per jaar om de Fyra te mogen laten rijden. Een hoog bedrag, omdat het minimumbedrag op 100 miljoen euro lag en twee concurrenten veel minder boden.
"Ik vond het wel mooi", zei Zalm, die van 1994 tot en met 2002 en van 2003 tot en met 2007 minister van Financiën was. Het hoge bod van de NS was goed voor de schatkist. Hij zag geen reden om het bod af te wijzen omdat het té hoog zou zijn. "Misschien had de NS het niet moeten doen, maar op grond daarvan kun je het niet afwijzen."
De NS had kennelijk optimistischer cijfers dan eerst was voorzien. "Als de NS een miljard had geboden, had dat natuurlijk niet gekund, maar om te zeggen dat dit bod volstrekt onmogelijk was, kun je niet zeggen. Dan had je met een zware bewijslast moeten komen."
Om helemaal zeker te zijn dat het contract met de NS niet nadelig uit zou pakken voor de overheid, werd later afgesproken dat de spoorwegen zelf een hogere buffer zouden aanleggen voor het geval er problemen zouden ontstaan. In ruil daarvoor kon de exploitatiebijdrage van de NS aan de overheid omlaag. "Zo sneed het mes aan twee kanten", zei Zalm.
Fyra-kaartje tot 60 procent duurder
Volgens Maarten Spaargaren, die namens de NS bij de aanbesteding was betrokken, ging de NS zover omdat het ministerie bij de beoordeling van de biedingen voornamelijk naar geld keek. Genoeg zitplaatsen voor de reizigers en schappelijke tarieven schoten erbij in.
Met het bod dat de NS deed zou een treinkaartje voor de Fyra tot 60 procent duurder zijn dan een normaal kaartje. De NS maakte zich daar zorgen over, maar ging ervan uit dat de tarieven wel weer omlaag zouden kunnen als de opdracht eenmaal binnen was.
Voorzitter Arriën Kruyt van reizigersvereniging Rover zei maandag dat de NS te veel mikte op de bovenkant van de markt, terwijl het beter zou zijn ook te kijken naar reizigers die minder geld overhebben voor een snelle verbinding.
NS-bod 'slag in de lucht'
Voormalig NS-president-commissaris Jan Timmer zei woensdag dat zijn bedrijf wel met het hoge bod moest komen om het vervoer op de hogesnelheidslijn voor de neus van buitenlandse mededingers weg te kapen. Timmer vindt eigenlijk dat zijn bedrijf zich verre van deze aanbesteding had moeten houden. "Als we niet mee hadden gedaan, waren de zaken heel anders gelopen." Hij noemde privatisering "de moeder van alle kwaad".
Toen de NS tegen heug en meug meedeed aan de aanbesteding, verhoogden de NS-commissarissen het bod naar 178 miljoen euro per jaar om er zeker van te zijn dat concurrenten het nakijken hadden. De rekenmeesters van de NS waren uitgekomen op 150 miljoen, maar Timmer deed er nog eens 28 miljoen bij. "Een slag in de lucht", noemde hij dat bedrag, een kwalificatie die hij ook overhad voor het gehele bod van de NS. "Het bod was bedoeld om een punt te zetten achter een volstrekt idiote exercitie", zei Timmer over de openbare aanbesteding.
"Het irriteert me enorm dat het hoge bod het hoofdprobleem van dit dossier is geworden", voegde de oud-commissaris eraan toe. "Dat is onzin." Daarin kreeg hij bijval van Wim Korf, die voor het ministerie de HSL-Zuid in goede banen moest leiden. Hij vond het NS-bod weliswaar idioot, maar ging er toch op in omdat de NS nooit heeft gezegd dat ze hun beloftes niet konden waarmaken. "Dat moet u niet de overheid verwijten, maar de NS."
Het bod was niet het probleem, maar de opstelling van de spoorwegen, toen die de opdracht eenmaal binnen hadden. "De NS is een grote vent. Die hadden het moeten klaarmaken en waarmaken. Dat is niet gebeurd."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl